Status van het Project
Project Lambahoany, de visie
Het project Lambahoany is in 2007 van start gegaan met als doel een bijdrage te leveren aan het natuurbehoud in Oost-Madagascar en aan betere levensomstandigheden voor de mensen betrokken bij dat natuurbehoud. Volgens Conservation International (www.conservation.org) biedt ecotoerisme de mogelijkheid om natuurbehoud te verbinden met het welzijn van lokale bevolking door voordelen zoals inkomstenverwerving, behoud van de cultuur en onderwijs en vorming. Dat – en meer – brengt project Lambahoany in de praktijk.
Project Lambahoany, de uitvoering
Een deel van het project wordt uitgevoerd in de stad Toamasina, de grote havenstad aan de oostkust. Het andere deel van het project wordt uitgevoerd in de plattelandsgemeenten Fetraomby, Anivorano-Est, Maroserana, Fanasana en Ambohimanana, ongeveer 100 km van Toamasina, ten noordwesten van het stadje Brickaville. Het deel in de stad is het zo opgezet dat het na verloop van tijd zelfvoorzienend is. Zo wordt het voortbestaan gegarandeerd. Van de winst kunnen verdere uitbreidingen van het project op het platteland worden gefinancierd. De twee delen van het project vullen en elkaar aan en kunnen niet zonder elkaar. Het verbindende element is ecotoerisme.
Project Lambahoany, het platteland
In het begin was het project alleen actief in de plattelandsgemeenten Fetraomby, – oppervlakte 300 km2, 20.000 inwoners. De gemeente ligt in de Corridor Ankeniheny-Zahamena. Dit is het leefgebied van de Indri-indri, een van de bedreigde lemuren van Madagascar. In de Corridor zijn onder de auspiciën van Conservation International verschillende organisaties werkzaam om dit tropisch regenwoud te behouden. Project Lambahoany werkt hier samen met twee lokale organisaties, Association RIANALA en Fédération TSARAVANIRY om een bijdrage te leveren aan dit beleid. Inmiddels hebben Rianala en Tsarafaniry ook actieve leden in vier buurgemeenten: Anivorano-Est, Maroserana, Fanasana en Ambohimanana. Ook zij zijn bij de uitvoering van project Lambahoany betrokken.
Project Lambahoany, ecotoerisme
Om te beginnen zijn in Fetraomby ecotoeristische voorzieningen gerealiseerd: onderdak, horeca trainingen, opleiding van gidsen, uitzetten van wandelroutes. De zes wandelroutes en de huisjes voor toeristen met voorzieningen zoals douche en toilet worden onderhouden door de lokale bevolking. Zo hebben dorpsbewoners hebben een extra inkomen als gids, drager, door te zorgen voor onderdak en eten of door optredens van traditionele zang en dans.
In het hoofddorp, ook Fetraomby genaamd, is de waterleiding met beperkte middelen voorlopig hersteld, zodat water van een hoger gelegen bron naar het dorp wordt geleid en er uit de gemeenschappelijke kranen weer water komt. Ook is er een NAIADE (www.nedap-naiade.com) geïnstalleerd die het water zuivert tot drinkwater. Tegelijkertijd is er gewerkt aan bewustwording van de bevolking. Zij zijn nu doordrongen van het belang van het in stand houden van het oerwoud, het leefgebied van de Indri-indri. De Indri-indri is heilig en mag niet gejaagd worden volgens de lokale traditie. Dan is het een kleine stap om uit te leggen dat zijn leefgebied ook niet mag worden vernietigd. Dat het ecotoerisme inkomsten oplevert is een extra stimulans.
Project Lambahoany, landbouw
Ecotoerisme levert op de korte termijn te weinig op om het leven wezenlijk te verbeteren. De lokale bevolking behoort tot de 92 procent van de Malagasy die van minder dan twee dollar per dag moeten leven. In zulke omstandigheden is het moeilijk op te brengen het woud niet te exploiteren. Vandaar dat het project is uitgebreid met een landbouwcomponent. In iedere gemeente zijn vijf dorpen geselecteerd voor deelname, dus 25 totaal.
Rijst
Voor het verbouwen van rijst moet een aantal basisvoorwaarden worden vervuld: rijstvelden die geïrrigeerd kunnen worden, het bewerken van de velden voor er geplant kan worden en de beschikbaarheid van zaaigoed. Alle drie elementen waren in de 25 dorpen in rudimentaire vorm aanwezig, maar met enkele investeringen is de rijsverbouw op een hoger niveau getild, wat leidt tot minder zwaar werk en een hogere opbrengst. Er zijn drie irrigatiewerken aangelegd, zodat in totaal 228 ha rijstveld nu goed gereguleerd bevloeid en gedraineerd wordt, al naar gelang dat nodig is. En om de rijstvelden daarna te beplanten zijn rijstsoorten geïntroduceerd die een hogere opbrengst geven. Hiervan profiteren 300 families. Er zijn drie waterassociaties opgericht voor de gebruikers die met een maandelijkse contributie en hun mankracht de irrigatiesystemen onderhouden en repareren.
Voor het bewerken van die rijstvelden en andere akkers zijn per gemeente twee getrainde zeboes ter beschikking gesteld met de benodigde landbouwmaterialen als ploegen, eggen en kruiwagens. Er zijn vijftien mannen opgeleid voor het werken met en verzorgen van de zeboes. Tot dan toe ging het bewerken van de rijstvelden met de hand, of ongetrainde zeboes werden in het wilde weg door de rijstvelden gejaagd om de grond om te woelen. Nu kunnen de zeboes met hun verzorgers worden ingehuurd voor het bewerken van de rijstvelden en akkers, waardoor de grond effectiever wordt gebruikt, minder snel uitgeput raakt en de opbrengst stijgt. Bovendien hebben de 300 families zaad van een nieuwe rijstsoort gekregen, geschikt voor de goed geïrrigeerde rijstvelden, die een bovendien een hoger opbrengst geeft.
Al in het eerste jaar is de rijstoogst verdubbeld. Maar niet alleen gaan de 300 families er economisch op vooruit, ook de natuur profiteert. De zwerflandbouw, waarvoor regelmatig stukken bos werden afgebrand, is niet meer nodig.
Tuinbouw
In het kader van het landbouwproject is een begin gemaakt met de introductie van de verbouw van groenten. Per gemeente hebben 150 families zaaigoed gekregen voor vijf verschillende soorten groenten en mais gekregen, een nouveauté in dit gebied. De families hebben les gekregen in hoe de groenten te verbouwen en hoe die kennis over te dragen aan anderen (train de trainers). Iedereen moet het eerste jaar zijn kennis overdragen aan vier andere families. Voorlopig is alle opbrengst van de proefvelden nog voor eigen consumptie, maar op den duur moet er een overschot verkocht kunnen worden.
Productiegewassen
Niet voor eigen consumpties zijn de cacaobomen die in de nieuw aangelegde kwekerijen – vijf per gemeente – worden grootgebracht. Zodra ze groot genoeg zijn worden ze uitgeplant om een nieuwe bron van inkomsten te vormen. Dit komt bovenop de bestaande koffiecultuur en bananenteelt. De bananen leveren nauwelijks iets op want de bomen lijden aan de Panama-ziekte. De koffie die in deze vochtige omgeving groeit is de robusta, die aanzienlijk minder oplevert dan de arabica van de hooglanden. De cacao is een welkome aanvulling.
Project Lambahoany, natuurbescherming
Behalve alternatieven voor het gebruik van het oerwoud gebeurt er ook het een en ander direct om het oerwoud te beschermen en te beheren.
Boswachters
Er zijn vijftig boswachters aangesteld (tien per gemeente) om te rapporteren over stropen, illegaal jagen en vooral illegaal kappen. En dan gaat het niet zo zeer over de lokale bevolking die eens een boom omkapt maar om commerciële bedrijven die illegaal tropisch hardhout te kappen om dat met grote winst naar het buitenland te verkopen. De lokale bevolking blijft achter met een kale vlakte. Het werk van de boswachters heeft er in ieder geval toe geleid dat verschillende stropers en kappers aan de gendarmerie zijn overgeleverd en – structureler – dat een hoge ambtenaar die tegen betaling kapvergunningen afgaf is overgeplaatst naar een post waar hij minder kwaad kan.
Herbebossing
Verder is er een herbebossingsplan. In de 25 kwekerijen worden niet alleen cacaoboompjes opgekweekt maar ook bomen die kunnen dienen voor houtskool en als bouwhout, zodat daarvoor niet meer in het oerwoud gekapt hoeft te worden. En verder staat een deel van de kwekerijen vol met boompjes en plantjes die straks uitgeplant gaan worden in het kader van het echte herstel van het oerwoud. Dat is vrij specialistisch werk want die plantjes hebben speciale aarde, zorg en aandacht nodig. Hiervoor zijn vijftig lokale mensen opgeleid, zij hebben een diploma en behalve het verzorgen van de plantjes en die later uitplanten behoort het ook tot hun taak anderen bewust te maken van het belang van het behoud van het oerwoud. Uiteraard worden ze betaald voor hun werk.
Project Lambahoany, samenvatting
Al met al kan gezegd worden dat het beter gaat met de vijf plattelandsgemeenten. De natuur is er op vooruitgegaan doordat er beschermingsmaatregelen zijn genomen, er alternatieven voor het gebruik van het bos zijn geboden, en hetgeen vernield is wordt hersteld. Het leven van de mensen die er wonen is er op vooruitgegaan vooral door de investeringen in de landbouw, met de mogelijkheid dat dat in de toekomst nog beter wordt en meer mensen van de ontwikkelingen kunnen profiteren. Toeristen profiteren want zij kunnen kennis maken met het tropisch regenwoud en het traditionele dorpsleven meebeleven.
Project Lambahoany in Toamasina, de stad
Het andere deel van het project bevindt zich in de stad Toamasina. Daar is het Centre Lambahoany. Waar eens een aantal ruïnes op instorten stonden onder enkele prachtige maar verwaarloosde litchi bomen is nu een dynamisch centrum verrezen.
Het hoofdgebouw is opgeknapt en van een extra verdieping voorzien. In zeven bungalowtjes waarvan alleen de muren nog overeind stonden overnachten nu regelmatig toeristen. Een bouwval is omgetoverd in een zalencomplex. Op het grasveld is een podium verrezen.
Het Centre heeft verschillende bestemmingen: bungalows voor toeristen, in de eerste plaats degenen die Fetraomby bezoeken, maar ook voor anderen. De zalen worden gebruikt voor de trainingen van de leden van de plattelandsorganisaties Rianala en Tsarafaniry, maar daarnaast worden ze verhuurd. Ook diverse clubs maken er gretig gebruik van. Meditatie bijeenkomsten, sport- en dansclubs, een Engelse conversatiegroep en toneelrepetities hebben onderdak gevonden op Centre Lambahoany. Het podium is voor optredens. Het hoofdgebouw herbergt de ontbijtzaal, een bar en kantoor- en opslagruimten. 17 mensen verdienen hun brood, of liever hun bordje rijst, in dienst bij Centre Lambahoany. En zoals gezegd, de winst komt ten goede aan het plattelandsdeel van het project.
Project Lambahoany wil haar werk in de gemeenten Fetraomby, Anivorano-Est, Maroserana, Fanasana en Ambohimanana uitbreiden: grondig herstel van de waterleiding, aanleg hydro-elektriciteit, uitbreiding ecotoerisme naar meerdere dorpen, uitbreiding landbouwproject naar om te beginnen nog eens 25 dorpen. Wilt u een bijdrage leveren dan kan door ons te bezoeken of door een gift te storten op Triodosbank rekeningnummer 21.23.16.044 t.n.v. Stichting Vrienden van Toamasina, Hilversum, o.v.v. GIFT. (IBAN: NL28TRIO0212316044 / BIC: TRIONL2U)
Het project is mogelijk gemaakt door subsidies van
- De Wilde Ganzen
- NCDO
- ASN
- PIF
- Achmea Foundation
- Fred Foundation
- GEF/SGP
- Johanna Donk-Grote Stichting
- Stichting Voeten in de Aarde
- Stichting Alle Beetjes
- Stichting Marie Schippers Fonds
- Stichting Protestants Steunfonds
- Stichting Winters van den Speulhof
- Derde Wereld Fonds (ATOS)
- en vele particuliere Nederlanders.
Wij willen alle gevers hierbij hartelijk danken voor hun bijdrage!